Deze website maakt gebruik van functionele en analytische cookies om u beter van dienst te kunnen zijn. Graag willen wij uw toestemming voor onze marketing cookies waarmee wij u betere en persoonlijkere aanbiedingen kunnen doen op partnersites. Gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies?

 

Schadevergoeding, geen vanzelfsprekendheid

 

Stel in een gehuurde onroerende zaak doet zich een lekkage voor (bijvoorbeeld door een scheur in de waterleiding) met schade aan de door huurder gelegde laminaatvloer en schade aan meubilair van huurder tot gevolg.

In een dergelijk geval is de verhuurder op grond van de wet in beginsel verplicht het gebrek te verhelpen (conform het bepaalde in artikel 7:206 BW). Met andere woorden, als een huurder om herstel (van de lekkage) vraagt, dan heeft de verhuurder de plicht om tot dat herstel over te gaan, ongeacht door welke oorzaak het gebrek is ontstaan. Dit is slechts anders als het gebrek door toedoen van huurder is veroorzaakt. Overigens zal een lekkage aan de waterleiding niet snel veroorzaakt zijn door toedoen van de huurder.

Vervolgens komt vaak de vraag aan bod of de verhuurder dan ook verplicht is tot het vergoeden van de door huurder ten gevolge van de lekkage geleden schade. Heeft de huurder in een geval als hiervoor omschreven naast het herstel van de waterleiding dan ook altijd recht op vergoeding van de schade aan de laminaatvloer en vergoeding van de schade aan het meubilair (door de verhuurder)? Nee.

De verhuurder is namelijk niet zonder meer verplicht tot vergoeding van de door de lekkage veroorzaakte schade. Hier is artikel 7:208 BW van toepassing. Dit artikel bepaalt wanneer een verhuurder aansprakelijk is voor de gevolgschade. De verhuurder is aansprakelijk voor de gevolgschade als het gebrek is ontstaan na het aangaan van de huurovereenkomst en aan de verhuurder is toe te rekenen. Indien het gebrek al bij het aangaan van de overeenkomst aanwezig was, is de verhuurder ook aansprakelijk als hij het gebrek toen kende of had behoren te kennen.

Het voormelde gebrek aan de waterleiding zou bijvoorbeeld aan de verhuurder toe te rekenen zijn in gevallen i) waarbij de verhuurder geen of onvoldoende onderhoud aan de leidingen heeft laten uitvoeren, of ii) waarbij de verhuurde eerder een ondeugdelijke reparatie aan de waterleiding heeft uitgevoerd, of iii) de lekkage al bij aanvang van de huurovereenkomst aanwezig was en bekend was althans diende te zijn bij de verhuurder, of iv) de huurder al meermaals ter zake heeft geklaagd en verhuurder niet tijdig tot herstelmaatregelen is overgegaan.

Het komt veelvuldig voor dat een huurder kampt met gevolgschade, die juridisch gezien niet door verhuurder hoeft te worden vergoed. Mocht de verhuurder de schade niet vergoeden, dan kan huurder nog proberen vergoeding van de schade te krijgen via zijn inboedelverzekering. 

Overigens staat het de huurder altijd vrij, indien sprake is van vermindering van zijn huurgenot ten gevolge van een gebrek een daaraan evenredige vermindering van de huurprijs te vorderen (via de rechter) op grond van artikel 7:207 BW. 

In elk geval valt aan te raden dat een huurder bij gebreken de verhuurder zo snel mogelijk (schriftelijk) verzoekt om herstel, alsook probeert te achterhalen waardoor het gebrek is ontstaan. 

Voor meer informatie kunt u terecht bij de sectie Onroerend Goed van Boskamp & Willems.  

 

BOSKAMP & WILLEMS ADVOCATEN

- Uw succes onze uitdaging -

W.P.G. (Rob) Verstappen

r.verstappen@boskampwillems.nl

Dr. Holtroplaan 42 Eindhoven

T: 040 250 14 55

F: 040 250 14 50

 

 

Copyright © 2024 Boskamp & Willems Advocaten B.V. / Gebruik wifi / Disclaimer & Privacy / Voorwaarden / Cookies / Orde van Advocaten / Klachtenregeling / Links / Webdesign Applepie