Deze website maakt gebruik van functionele en analytische cookies om u beter van dienst te kunnen zijn. Graag willen wij uw toestemming voor onze marketing cookies waarmee wij u betere en persoonlijkere aanbiedingen kunnen doen op partnersites. Gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies?

 

Beroepsaansprakelijkheid advocaat en het belang van bewijs(lastverdeling)

Dat bewijsrecht een cruciaal aspect van procederen vormt, is wellicht niet nieuw voor u. Zaken worden gewonnen of verloren naar gelang bepaalde stellingen wel of niet bewezen kunnen worden. Gelijk hebben en gelijk krijgen gaan dus niet altijd hand in hand. Waar gehakt wordt, vallen spaanders en ook advocaten maken soms (beroeps)fouten. Dan komt de aansprakelijkheid van de betreffende advocaat in beeld. In de hierna te behandelen kwestie (die leidde tot een arrest van de Hoge Raad van 11 september 2020) komen beide aspecten op een bijzondere manier samen. De betreffende advocaat in kwestie lijkt (vooralsnog) met de schrik vrij te komen.

Brand door onderhuurder die hennep teelde
Inzet van de procedure was de verwoesting van een pand door een hevige brand. De brand was veroorzaakt door een onderhuurder die zich schuldig had gemaakt aan hennepteelt. De eigenaresse van het pand schakelde een advocaat in om haar schade te verhalen op de onderhuurder. Die advocaat stelde een conceptdagvaarding op maar die werd vervolgens niet uitgebracht. Mede daardoor verjaarde de vordering op de onderhuurder.

De eigenaresse liet het er niet bij zitten en startte een procedure tegen de advocaat die had verzuimd te dagvaarden. Zij vorderde onder meer vergoeding van de sloop- en herbouwkosten van het afgebrande pand. De schade bedroeg meer dan € 130.000,00. In de procedure bij de rechtbank erkende de advocaat de gemaakte fout. Hij meende desondanks dat hij niet aansprakelijk was. Hij betoogde dat geen sprake was van schade omdat een procedure tegen de onderhuurder kansloos zou zijn geweest. Hij wees in het bijzonder op de slechte financiële positie van de onderhuurder: dit zou een “kale kip” zijn op wie de eigenaresse de schade toch niet had kunnen verhalen. Hoewel de rechtbank de advocaat volgde in dit verweer, dacht het Hof daar in hoger beroep anders over. Het verweer van de advocaat werd door het Hof als een zogenaamd “zelfstandig verweer” aangemerkt en vervolgens afgewezen.

Verband tussen gedraging en schade?
Ten aanzien van dit laatste aspect ging het Hof volgens de Hoge Raad te kort door de bocht. Om dat te begrijpen, moeten we terug naar de basis van het bewijsrecht. Voor aansprakelijkheid wegens wanprestatie zal de eisende partij (de eigenaresse) niet alleen moeten stellen (en zo nodig moeten bewijzen) dat sprake is van een beroepsfout, zij zal ook moeten aantonen dat de schade een noodzakelijk gevolg is van de gedraging. Er moet, met een moeilijk woord, (ook) worden aangetoond dat causaal verband aanwezig is tussen de gedraging en de schade. Zoals we zagen, kwam het betoog van de advocaat erop neer dat de eigenaresse ook zónder de beroepsfout de door haar gestelde schade zou hebben geleden. De advocaat betwistte dus het (zojuist besproken) causale verband. Er was aldus geen sprake van een “zelfstandig verweer” zoals het Hof ten onrechte had overwogen.

Oordeel Hoge Raad
Dit oordeel van de Hoge Raad is van groot belang voor de uiteindelijke afloop. De Hoge Raad heeft het geschil ter verdere behandeling en beslissing verwezen naar een ander Hof. De eigenaresse zal aannemelijk moeten maken dat een procedure tegen de onderhuurder wél kansrijk zou zijn geweest, bijvoorbeeld door (financiële) gegevens in het geding te brengen waaruit blijkt dat de onderhuurder destijds wél verhaal bood. Het is nog maar zeer de vraag of de eigenaresse dat zal kunnen bewijzen.

Deze uitspraak onderstreept het belang van het bewijsrecht. Een goede advocaat zal u van te voren duidelijk en eerlijk adviseren over de slagingskansen van een eventuele procedure. Daarbij moet ook aandacht zijn voor uw bewijspositie. Als u bepaalde stellingen niet kunt bewijzen, brengt een procedure u uiteindelijk niets. U kunt dan beter aansturen op een schikking. Uw advocaat moet u daarop wijzen.

Voor meer informatie over deze onderwerpen kunt u contact opnemen met:

BOSKAMP & WILLEMS ADVOCATEN

mr. T.G.G. (Tjeerd) Raijmakers

t.raijmakers@boskampwillems.nl

Dr. Holtroplaan 42 Eindhoven

T: 040 250 14 14

F: 040 250 14 50

Copyright © 2024 Boskamp & Willems Advocaten B.V. / Gebruik wifi / Disclaimer & Privacy / Voorwaarden / Cookies / Orde van Advocaten / Klachtenregeling / Links / Webdesign Applepie