Deze website maakt gebruik van functionele en analytische cookies om u beter van dienst te kunnen zijn. Graag willen wij uw toestemming voor onze marketing cookies waarmee wij u betere en persoonlijkere aanbiedingen kunnen doen op partnersites. Gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies?

 

Werkzaam (geweest) in de zorg en nu besmet met post-COVID, wie helpt?

COVID beïnvloedde ons dagelijks leven. Privé, maar zeker ook op werkvlak. Dit gold natuurlijk al helemaal voor medewerkers in de zorg. De werkdruk was hoog, evenals de kans op besmetting. Het virus heeft ons, gelukkig, niet langer in de houdgreep. Maar dat wil niet zeggen dat we er helemaal van af zijn. Zo houdt één op de acht Nederlanders langdurig klachten, ook wel post-COVID genoemd. Met alle gevolgen van dien. Zo heeft de voorzieningenrechter in Den Haag onlangs uitspraak gedaan in een spoedprocedure die was aangespannen door twee vakbonden tegen de staat.

 

De eis van de vakbonden

In deze spoedprocedure eisten de vakbonden dat de staat zou worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van €22.839,- aan elke zorgmedewerker die zich bij hem zou melden met post-COVID. Deze zorgmedewerkers zijn in financiële problemen gekomen omdat zij, als gevolg van post-COVID, geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn geraakt en daarmee hun inkomen achteruit hebben zien gaan.

De vakbonden vonden dat de staat aansprakelijk was omdat zij de medewerkers in de zorg onvoldoende zou hebben beschermd tegen de gevaren van COVID. De door de staat uitgevaardigde richtlijnen en instructies waren onvoldoende, niet tijdig en/of in strijd met eerdere richtlijnen en internationale normen.

 

Het vonnis van de rechtbank

De rechter wees de vordering van de vakbonden af. Niet omdat de staat geen enkele blaam treft (aan de beoordeling daarvan kwam hij niet toe), maar omdat de vakbeweging geen zogenaamde ‘collectieve actie’ kon instellen. Dit houdt in dat de vakbonden niet zelfstandig als eisende partijen in deze procedure konden optreden. De rechter vond dat de gedupeerde zorgmedewerkers onderling te zeer van elkaar verschillen en ook dat de omstandigheden waaronder zij hadden gewerkt te zeer uiteenlopen.

In hoeverre hebben gedupeerde zorgmedewerkers schade geleden? En is die schade toe te rekenen aan het eventuele onrechtmatig handelen van de staat? Deze vragen kunnen volgens de rechter alleen worden beantwoord door per individuele medewerker te kijken naar zijn/haar exacte werkzaamheden en de concrete omstandigheden waarin hij/zij die moest verrichten.

De daarnaast door de vakbonden ingestelde vordering om bij gebreke van een schadevergoeding tenminste de staat te verplichten om met hen in overleg te treden over een collectieve compensatieregeling, veegde de rechter eveneens van tafel. Er bestaat volgens de rechter helemaal geen wettelijke grond voor een dergelijke verplichting tot overleg.

 

De rechter onderzoekt iedere specifieke situatie

Staan de zorgmedewerkers nu in de kou? Nee, bepaald niet. Het vonnis van de rechtbank doet dit misschien zo voor komen, maar dit is zeker niet het geval. Een werknemer – ook uit de zorgsector - die onvoldoende wordt beschermd tegen letsel, een beroepsziekte of arbeidsongeschiktheid kan nog steeds, en met evenveel kans op succes, de in zijn of haar ogen nalatige werkgever daarvoor aanspreken. Wel geldt dat de rechter iedere keer weer zal kijken naar en zijn oordeel zal laten afhangen van de specifieke situatie die zich in het geval van de claimende werknemer heeft voorgedaan. Reeds binnen enkele weken na voormeld vonnis wees een andere rechter de claim van een gedupeerde medewerker (dan ook) wél toe.

 

Uiteraard kunnen onze gespecialiseerde advocaten van de sectie Schade en Aansprakelijkheid hen daarin bijstaan.

Ron van Dalen.

Copyright © 2024 Boskamp & Willems Advocaten B.V. / Gebruik wifi / Disclaimer & Privacy / Voorwaarden / Cookies / Orde van Advocaten / Klachtenregeling / Links / Webdesign Applepie