Deze website maakt gebruik van functionele en analytische cookies om u beter van dienst te kunnen zijn. Graag willen wij uw toestemming voor onze marketing cookies waarmee wij u betere en persoonlijkere aanbiedingen kunnen doen op partnersites. Gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies?

 

Van een ‘Schijt aan Corona-party’ naar ontruiming

De rechtbank Rotterdam heeft bij vonnis d.d. 5 februari 2021 beslist dat de door huurder veroorzaakte overlast – waaronder een door huurder gegeven ‘Schijt aan Corona’-party – van dien aard is, dat ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde gerechtvaardigd is.

Wat speelde er?
In deze zaak is door een woningbouwvereniging vanaf november 2018 een appartement verhuurd aan huurder. Vanaf januari 2019 hebben omwonenden bij de verhuurder (schriftelijk) geklaagd over de door huurder veroorzaakte overlast, bestaande uit onder andere geluidsoverlast door schreeuwen, schelden, herrie en afspelen van harde muziek, ook gedurende de nachtelijke uren, overlast als gevolg van alcohol- en drugsgebruik, overlast door blaffende en loslopende honden en vervuiling van het balkon. Tevens heeft huurder in de nacht van 17 op 18 april 2020 – in strijd met de geldende regels – met een grote groep een ‘Schijt aan Corona-party’ gehouden in het gehuurde.

Verhuurder heeft huurder herhaaldelijk aangeschreven en verzocht om zich als een goed huurder te gedragen. Tevens heeft de politie het gehuurde – na meerdere meldingen van omwonenden – meermaals bezocht. Huurder heeft onvoldoende verbetering getoond en is overlast blijven veroorzaken. Om die reden heeft verhuurder een gerechtelijke procedure bij de rechtbank aanhangig gemaakt en ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde gevorderd.

Wat vond de rechter?
De rechter boog zich over de vraag of sprake was van een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst door huurder, die ontbinding en ontruiming van het gehuurde rechtvaardigde. Verhuurder heeft middels diverse bewijsstukken kunnen aantonen dat huurder structureel en over een geruime periode overlast heeft veroorzaakt. Tevens is in de gerechtelijke procedure gebleken dat de overlast voortduurt, ondanks dat verhuurder de huurder heeft gewaarschuwd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de ernstige overlast reeds voldoende reden vormt om de door verhuurder gevorderde ontbinding en ontruiming toe te wijzen. Kortom: de huurder diende te vertrekken uit het gehuurde.

Bewijsstukken zijn van belang
Uit voornoemde uitspraak volgt eens te meer dat het voor de slagingskans van een op te starten procedure van belang is om met diverse bewijsstukken (zoals schriftelijke verklaringen, geregistreerde meldingen en klachten, rapportages, politiebezoeken, gevoerde correspondentie, etc.) de gestelde, structurele en ernstige overlast aan te tonen.

Alternatieve route
Hoewel in een geval als voornoemd voor omwonenden de meest effectieve weg lijkt te zijn om de verhuurder te verzoeken op te treden tegen de overlast, kunnen omwonenden ook met behulp van het burenrecht, meer specifiek met een beroep op artikel 5:37 BW (onrechtmatige hinder), pogen de door hen ondervonden (ernstige) overlast te stoppen. Ook kan in bepaalde gevallen van overlast de gemeente, die op grond van de Wet Victoria (ex artikel 174a Gemeentewet) diverse bevoegdheden heeft, worden verzocht om passende maatregelen te treffen.

Heeft u vragen over het voorgaande of andere vastgoedrechtelijke onderwerpen, neem dan contact op met onze sectie Vastgoed- en huurrecht.

Rob Verstappen

Copyright © 2024 Boskamp & Willems Advocaten B.V. / Gebruik wifi / Disclaimer & Privacy / Voorwaarden / Cookies / Orde van Advocaten / Klachtenregeling / Links / Webdesign Applepie