Stikstofproblematiek: wel of niet vergunningplicht

De stikstofproblematiek blijft ons bezig houden. Tot 18 december 2024 was de lijn in de jurisprudentie dat je voor een project geen natuurvergunning nodig had als de stikstofemissie van dat project intern kon worden gesaldeerd met de stikstofemissie van ofwel een eerdere natuurvergunning voor dezelfde locatie ofwel een milieutoestemming voor die locatie die al was afgegeven vóór de aanwijzing van de te beschermen Natura 2000 gebieden. Kort door de bocht: een natuurvergunning was niet nodig als je de stikstofemissie kon wegstrepen tegen een eerder vergunde stikstofemissie.
De uitspraken van 18 december 2024
Sinds de uitspraken van de Raad van State van 18 december 2024 geldt dat niet meer. Voor een project dat stikstofemissie veroorzaakt, is altijd een natuurvergunning nodig. Intern salderen wordt gezien als een zogenaamde mitigerende maatregel. Dat wil zeggen een maatregel waarmee het effect van de stikstofemissie wordt weggenomen (gemitigeerd). En mitigerende maatregelen kunnen niet de vergunningplicht wegnemen, maar kunnen wel leiden tot de conclusie dat een natuurvergunning kan worden verleend. Alleen heeft de Raad van State daar een aantal strikte voorwaarden aan verbonden, waaronder de voorwaarde dat voldaan moet worden aan het additionaliteitsvereiste. In deze blog laat ik de uitleg daarvan even achterwege.
Mitigerende maatregel of standaardonderdeel
Uit de uitspraak van de Raad van State volgt namelijk ook dat bij een project beoordeeld moet worden of een maatregel die de stikstofemissie wegneemt een mitigerende maatregel is dan wel een maatregel die feitelijk een onlosmakelijk onderdeel is van het beoogde project zelf. De Raad van State noemt die laatste een zogenaamd standaardonderdeel. Bij een mitigerende maatregel is wel een natuurvergunning nodig. Bij een standaardonderdeel niet, want een standaardonderdeel leidt ertoe dat het project van zichzelf geen stikstofemissie heeft.
Voorbeeld
Een voorbeeld. In een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 25 februari 2025 lag de vraag voor of het gebruik van elektrisch bouwmateriaal een mitigerende maatregel was (wel een natuurvergunning nodig) of een standaardonderdeel van het betreffende bouwproject (geen natuurvergunning nodig). De rechtbank oordeelde dat sprake was van een mitigerende maatregel. Hoewel elektrisch materiaal steeds vaker wordt gebruikt in de bouw, ziet de rechtbank het gebruik van elektrisch materiaal niet als standaardonderdeel bij ieder bouwproject. Bij bouwprojecten wordt nog steeds gebruik gemaakt van materiaal dat met dieselolie wordt aangedreven, aldus de rechtbank.
Conclusie
Een tegenvaller voor de bouwer dus. Maar voor de toekomst misschien een interessante ontwikkeling. Want als elektrificatie de norm en ook de gangbare praktijk in de bouw wordt, kan dat mogelijk alsnog tot een verval van de natuurvergunningplicht leiden. Wat met intern salderen niet meer kan, kan misschien dus wel met standaardiseren. Heeft u vragen, neem dan contact met ons op.