Deze website maakt gebruik van functionele en analytische cookies om u beter van dienst te kunnen zijn. Graag willen wij uw toestemming voor onze marketing cookies waarmee wij u betere en persoonlijkere aanbiedingen kunnen doen op partnersites. Gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies?

 

Kun je een medische behandeling via de rechter afdwingen?

Op 2 oktober 2025 deed de rechtbank Limburg uitspraak(ECLI:NL:RBLIM:2025:9505) in een kort geding dat was aangespannen door een vrouw tegen 3 ziekenhuizen en de zorgverzekeraar. De vrouw was ernstig ziek en leed aan een darmaandoening. In kort geding eiste zij dat zij binnen 24 uur na vonnis de zogenaamde TPV (Totale Parenterale Voeding)  behandeling zou krijgen. Bij die behandeling worden voedingsstoffen door een middel van een infuus direct in de bloedbaan gebracht waardoor het toedienen van voeding niet via het spijsverteringsstelsel loopt. Voorafgaand aan het kort geding hadden de ziekenhuizen zich op het standpunt gesteld dat er geen medische indicatie voor deze behandeling is en dit geen passende behandeling zou zijn. Ook betwisten zij dat er een levensbedreigende situatie is zonder alternatieve behandelmogelijkheden, nu een reeds ingezette behandeling op verzoek van patiënte is afgebroken. Bovendien zijn aan deze behandeling grote risico’s zijn verbonden.

 

Uitgangspunt bij de beoordeling van dit geschil is dat een behandelend arts de zorg van een goed hulpverlener in acht moet nemen en moet handelen overeenkomstig de voor hem geldende professionele standaard. De arts heeft daarin een eigen verantwoordelijkheid om te bepalen wat goede medische zorg voor een patiënt vereist en kan in beginsel niet verplicht worden om een behandeling uit te voeren als hij daar niet achter staat. De Voorzieningenrechter kan de beslissing van de arts alleen marginaal toetsen wat inhoudt dat beoordeeld wordt of de betrokken arts(en) de beslissing in redelijkheid genomen kunnen hebben. De rechter oordeelt in deze zaak dat de ziekenhuizen uitvoerig hebben toegelicht waarom zij de ingezette behandeling passend is en de gevraagde TPV niet. Omdat de medische oordelen begrijpelijk gemotiveerd zijn, kan de Voorzieningenrechter deze niet zomaar terzijde schuiven en verplichten om toch de TPV toe te passen. Aan het adres van de zorgverzekeraar kan geen verwijt worden gemaakt, nu zij ook geen behandeling kan afdwingen. De vorderingen worden afgewezen. Heeft u vragen? Neem gerust contact met ons op.

Copyright © 2025 Boskamp & Willems Advocaten B.V. / Gebruik wifi / Disclaimer & Privacy / Voorwaarden / Cookies / Orde van Advocaten / Klachtenregeling / Links / Webdesign Applepie