Deze website maakt gebruik van functionele en analytische cookies om u beter van dienst te kunnen zijn. Graag willen wij uw toestemming voor onze marketing cookies waarmee wij u betere en persoonlijkere aanbiedingen kunnen doen op partnersites. Gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies?

 

Hofnorm of behoeftelijst?

Bij het vaststellen van de partneralimentatie wordt allereerst gekeken naar de behoefte van de alimentatiegerechtigde. Bezien moet worden of de alimentatiegerechtigde überhaupt behoefte heeft aan partneralimentatie en zo ja, hoe hoog deze behoefte dan is. Er bestaan twee methodes om de behoefte te berekenen.

De eerste methode is aan de hand van de Hofnorm. De behoefte wordt dan vastgesteld op 60% van het maandelijkse netto besteedbaar inkomen dat in de laatste jaren van het huwelijk werd ontvangen (nadat hiervan de eventuele kosten van de kinderen op in mindering zijn gebracht).

De tweede methode is aan de hand van een behoeftelijst. Op een behoeftelijst wordt gedetailleerd omschreven welke uitgaven er tijdens het huwelijk werden gedaan door de alimentatiegerechtigde. Denk hierbij aan bijvoorbeeld woonlasten, boodschappen, kapper, kleding, uitjes etc. Het totaal van deze uitgaven is dan de behoefte.

Er bestaat regelmatig onduidelijkheid over welke methode toegepast moet worden. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad dient bij de bepaling van de hoogte van de behoefte rekening te worden gehouden met alle relevante omstandigheden van het geval. Dit betekent dat de rechter niet alleen in aanmerking moet nemen wat de inkomsten tijdens de laatste jaren van het huwelijk zijn geweest, maar ook een globaal inzicht moet hebben in het uitgavenpatroon. Hieruit valt op te maken dat volgens de Hoge Raad een behoeftelijst wordt verlangd. Echter, ondanks bovengenoemde uitspraak van de Hoge Raad hebben bijvoorbeeld het gerechtshof ’s-Hertogenbosch (ECLI:NL:GHSHE:2019:434) en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2019:7121) geconcludeerd dat er in veel gevallen weliswaar sprake moet zijn van maatwerk, maar dat er niet altijd sprake is van bijzondere omstandigheden, die ertoe zouden leiden dat de Hofnorm tot een onredelijke uitslag zou leiden. Afhankelijk van de motivatie kan de behoefte aldus nog steeds worden vastgesteld op eerder genoemde twee manieren. 

mr. M.V.C. van Sambeek 

Copyright © 2024 Boskamp & Willems Advocaten B.V. / Gebruik wifi / Disclaimer & Privacy / Voorwaarden / Cookies / Orde van Advocaten / Klachtenregeling / Links / Webdesign Applepie