Gescheiden, maar nog gezamenlijk een (vakantie)woning in bezit?
Het komt voor dat bij een echtscheiding wordt afgesproken dat een (vakantie)woning gezamenlijk eigendom blijft. Uit de praktijk blijkt dat vaak vergeten wordt afspraken te maken over deze (vakantie)woning. Zolang partijen samen afspraken kunnen maken over die woning, en het beheer samen kunnen voeren, is er niets aan de hand. Problemen ontstaan pas als er niet langer met elkaar overlegd kan worden. Hoe ga je hier (juridisch) mee om?
Wat als één partij van de woning af wil?
Mocht één van de partijen ervoor kiezen om de (vakantie)woning niet meer gezamenlijk in bezit te hebben – om welke reden dan ook – dan heeft hij (of zij) het recht om verdeling van de zaak te vragen. Niemand kan namelijk worden gedwongen om in een onverdeeldheid te blijven. Lukt dit niet in overleg, dan kan de rechter de manier van verdelen of de verdeling zelf, vaststellen. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden kan de rechter bepalen dat een zaak voor de duur van maximaal drie jaar onverdeeld moet blijven.
Let op: voor de vaststelling van de waarde geldt de datum van de verdeling (tenzij in onderling overleg een andere peildatum wordt afgesproken).
Een voorbeeld
Een aannemer is gehuwd in gemeenschap van goederen. Tijdens het huwelijk investeert de man zakelijk in diverse woningen. Om fiscale redenen wordt een van deze woningen privé aangekocht. Enkele jaren later gaan de aannemer en zijn vrouw scheiden, maar zij vergeten afspraken te maken over deze woning (omdat zij er niet bij stil hebben gestaan dat zij deze woning privé hadden aangekocht). Deze woning moet dan alsnog worden verdeeld als een van de partijen uit de onverdeeldheid wenst te geraken. De aannemer wenst de woning alsnog over te nemen en zijn vrouw gaat hiermee akkoord. Echter de man moet nu wel de woning overnemen tegen de waarde van nu in plaats van tegen de waarde ten tijde van de echtscheiding. De vrouw profiteert dus van de waardestijging.
En wat als één van de partijen de woning wil verkopen?
Als de één de woning wil verkopen, en de ander het hier niet mee eens is maar de woning niet kan overnemen, dan kan aan de rechter worden gevraagd om de ander ertoe te veroordelen om mee te werken aan een verkoop van de woning. In deze procedure kan de ene partij de andere ook uitkopen voor de waarde van zijn/haar aandeel. Als dat mogelijk is, gaat dat voor op verkoop van de woning.
Meer weten? Neem contact op met Niek Vinke.