Deze website maakt gebruik van functionele en analytische cookies om u beter van dienst te kunnen zijn. Graag willen wij uw toestemming voor onze marketing cookies waarmee wij u betere en persoonlijkere aanbiedingen kunnen doen op partnersites. Gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies?

 

Erfrecht over de grens

Rechtbank Noord-Holland 19 december 2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:11507

 

De strijd om de erfenis van Hans Breukhoven – de baas van Free Record Shop –  sleept al enkele jaren voort. Eén onderdeel van deze strijd is de onterving van een van zijn kinderen.

 

Breukhoven is enkele jaren voor zijn dood verhuisd naar Engeland. Hij heeft daar een testament op laten maken  waarin hij tenminste één van zijn vijf kinderen heeft onterfd. In Nederland heeft een onterfde erfgenaam recht op de legitieme portie, maar op grond van het Engels recht heeft een erfgenaam die onterfd is, nergens recht op en blijft hij of zij met lege handen achter.

 

Rondom de erfenis van Breukhoven bestond de discussie of het Engelse of het Nederlandse recht van toepassing was op deze erfenis en of het onterfde kind  aanspraak kond maken op zijn legitieme portie. De rechtbank Noord-Holland heeft uiteindelijk op 19 december 2018 besloten dat het Engelse recht niet van toepassing was, maar het Nederlandse recht. Dit betekent dat  de onterfde erfgenaam dus wel een beroep kan doen op zijn legitieme portie. De vraag die daarbij ontstaat is hoe het kan dat het Nederlandse recht van toepassing wordt verklaard, ondanks dat Breukhoven woonachtig was in Engeland toen hij zijn testament liet opmaken. Hieronder wordt een korte uitleg gegeven.

 

Bij onduidelijkheid over het toepasselijke recht op een testament, dient er gekeken te worden naar de Erfrechtverordening. In de hoofdregel van deze verordening is bepaald dat – indien de erflater geen rechtskeuze heeft gemaakt – het recht van toepassing is van het land waar de erflater zijn gewone verblijfplaats had. Om de gewone verblijfplaats van de erflater vast te kunnen stellen moet worden gekeken naar alle aspecten die het leven van de erflater in de jaren voor zijn overlijden en op het moment van overlijden hebben gekenmerkt. Hierbij kunnen aspecten als de duur en reden van het verblijf in een bepaalde staat, de bedoelingen rondom dit verblijf, het bezit van vermogen in die staat, het al dan niet beschikken over woonruimte, het hebben van een vriendenkring en het ingeschreven staan bij een huisarts van belang zijn. Een uitzondering hierop is dat als blijkt dat de erflater een nauwere band had met een ander land, in dat geval, ondanks het feit dat hij zijn gewone verblijfplaats elders had, het recht van het land waarmee de erflater een nauwere band had als het toepasselijke recht worden aangemerkt.

 

Breukhoven was woonachtig in Engeland. Volgens Engels recht wordt er gekeken naar iemands ‘domicile’, bepaald op grond van ‘domicile of origin’ dan wel op grond van ‘domicile of choice’.

 

In de procedure van Breukhoven is komen vast te staan dat hij eind 2012 naar Engeland is verhuisd. Hij woonde daar met zijn partner, had daar bankrekeningen en een abonnement voor de metro en musea. Hij werd daar ook behandeld voor zijn ziekte en had aldaar een huisarts. Tenslotte had hij daar een vriendenkring opgebouwd en investeerde hij in projecten in Engeland.

 

Daar staat echter tegenover dat Breukhoven het overgrote deel van zijn leven in Nederland heeft gewoond, hij de Nederlandse nationaliteit heeft behouden en - volgens zijn wens - in Nederland is begraven. Daarnaast reisde hij regelmatig naar Nederland en was zijn familie woonachtig in Nederland. Breukhoven had daarnaast in Nederland meerdere bankrekeningen en diverse zakelijke belangen en bovendien was hij nog eigenaar van diverse onroerende zaken en aandeelhouder in meerdere Nederlandse vennootschappen.

 

Uit de feiten kan de conclusie worden getrokken dat Breukhoven in Engeland woonachtig was en dat het grootste gedeelte van zijn leven zich inmiddels daar afspeelde. Dat is echter niet voldoende voor het aannemen van een ‘domicile of choice’. In ieder geval is niet onomstotelijk vast komen staan dat Breukhoven de intentie had om permanent in Engeland te wonen en niet naar Nederland terug te keren en zo zijn ‘domicile of origin’ te verruilen voor een ‘domicile of choice’.

 

Op grond van het bovenstaande is de rechtbank dan ook van mening dat op de nalatenschap van Breukhoven het Nederlands recht van toepassing is en deze volgens Nederlands recht afgewikkeld dient te worden. Dit brengt met zich mee dat het onterfde kind recht heeft op zijn legitieme portie in de nalatenschap.

 

BOSKAMP & WILLEMS ADVOCATEN

 

mr. M.V.C. (Maud) van Sambeek

m.vansambeek@boskampwillems.nl

Dr. Holtroplaan 42 Eindhoven

T: 040 250 14 24

F: 040 250 14 50

 

 

 

Copyright © 2024 Boskamp & Willems Advocaten B.V. / Gebruik wifi / Disclaimer & Privacy / Voorwaarden / Cookies / Orde van Advocaten / Klachtenregeling / Links / Webdesign Applepie