CRISIS- EN HERSTELWET: EEN VALKUIL?

De Crisis- en herstelwet is op 31 maart 2010 in werking getreden en is vervallen op 1 januari 2024. Toen zijn de meeste regels opgenomen in de Omgevingswet. Verwacht mag worden dat de rechtspraak die is ontwikkeld onder de werking van de Crisis- en herstelwet, van toepassing blijft op projecten die op grond van de Omgevingswet onder dit bijzondere regime vallen.
Crisis- en herstelwet
De Crisis- en herstelwet was gericht op de versnelling van infrastructurele projecten. Daaronder vielen grote bouwprojecten en projecten op het gebied van duurzaamheid, energie en innovatie. Ook beoogde de wet een economische impuls te geven aan de bouwsector ten tijde van de kredietcrisis.
Een van de consequenties van de toepasselijkheid van de Crisis- en herstelwet op een project was dat tijdens de beroepstermijn direct een gemotiveerd beroepschrift moest worden ingediend. Een pro forma beroepschrift was dus niet toegestaan en evenmin was het toegestaan aanvullende, nieuwe beroepsgronden in te dienen na het verstrijken van de beroepstermijn. Een inhoudelijk gelijke bepaling is nu opgenomen in artikel 16.86 lid 1 van de Omgevingswet.
Bestemmingsplanprocedure in Wageningen
Op 5 maart 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een bestemmingsplanprocedure over een bouwproject in de gemeente Wageningen. Op dat project was de Crisis- en herstelwet van toepassing. In de bekendmaking van het vaststellingsbesluit was door de gemeente erop gewezen dat na afloop van de termijn voor het instellen van beroep, geen nieuwe beroepsgronden meer konden worden aangevoerd.
Door een van de omwonenden was als beroepsgrond aangevoerd dat niet wordt voldaan aan de parkeernormen die zijn opgenomen in de Nota Parkeernormen Wageningen 2015. Die Nota heeft niet alleen betrekking op parkeernormen voor auto’s, maar ook op parkeernormen voor fietsen. In het beroepschrift dat was ingediend tijdens de beroepstermijn, was ter onderbouwing van de stelling dat niet wordt voldaan aan de Nota Parkeernormen Wageningen, alleen ingegaan op de normen die gelden voor auto’s.
Later in de procedure is door de betreffende omwonende een nadere onderbouwing van de beroepsgronden ingediend, waarin werd gesteld dat ook niet wordt voldaan aan de normen die gelden voor fietsparkeren. Daarbij was het standpunt dat die nadere toelichting geen strijd oplevert met de Crisis- en herstelwet, omdat tijdens de beroepstermijn was aangevoerd dat niet wordt voldaan aan de normen die zijn opgenomen in de Nota Parkeernormen Wageningen.
De Raad van State oordeelde echter anders. De stelling dat niet wordt voldaan aan de normen voor fietsparkeren, werd door de Raad van State buiten beschouwing gelaten. Naar het oordeel van de Raad van State was sprake van een nieuwe beroepsgrond omdat het aanvankelijke beroep was beperkt tot parkeernormen voor auto’s.
Conclusie
Deze uitspraak leert ons dat wanneer de Crisis- en herstelwet van toepassing is (op procedures die waren gestart voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet) en wanneer sprake is van projectbesluiten waarop artikel 16.86 lid 1 van de Omgevingswet van toepassing is, het van het grootste belang is dat binnen de beroepstermijn alle beroepsgronden worden aangevoerd en van een (summiere) onderbouwing worden voorzien.
Wil je meer informatie hierover? Neem dan contact met ons op, we helpen graag!